Kan je voor mij tanken? Ik heb geen betaalkaart…

Voor 40 euro alstublieft

Dit is deel 11 van 14 in hoofdstuk 4. Reisverhalen.

We waren goed vetrokken na een heerlijke avond met de plaatselijke jeugd én na lekkere koffie bij onze buren op de camping.

Het was zondag vandaag. Dat geeft altijd een rustigere indruk dan de andere dagen van de week. Er is wat meer tijd, gewoon psychologisch. We vetrokken op de D2020 van Nouan-le-Fuzelier en kenden het grote traject: verder naar Orléans, en net zoals in 1940 zoals vader en nonkel André Parijs omzeilden, via Versailles en dan verder naar het noorden.

Net buiten Orléans was het voor een zondag echt druk, zelfs wat gevaarlijk vanwege snel voorbijrijdende auto’s. Soms een weg met drie rijvakken, wat voor Vespa’s niet aangewezen is. Rien maakte een teken om die weg dringend te verlaten en via Google Maps een alternatieve weg richting Versailles te zoeken. 

We schoten onvoorzien behoorlijk op, maakten slechts gedeeltelijk een omweg en dachten in de namiddag Versailles aan te doen.  Meer dan voldoende tijd – hadden we vooraf uitgerekend – om wat onze voorouders toen niet konden: het kasteel of de tuinen van Versailles bezoeken. Dat zouden we nog wel zien.

Bij die korte stop om ons te heroriënteren, drukten we samen onze spijt uit dat we soms onderweg te weinig foto’s of filmpjes hadden gemaakt. Misschien is een zondag daarvoor ideaal. Bovendien zou het vanaf die dag echt mooi weer worden. Dat hadden wij een beetje verdiend, zo redeneerden wij, na al die regen waartegen we hadden moeten vechten. En zowaar: tot bij thuiskomst bleef het heerlijk weer.

Het denkbeeldig gebrek aan foto’s had zeker ook met het slechte weer te maken. Maar vandaag zouden we er misschien een heuse fotosessie op nahouden, zo grapten we nog. Of toch een en ander op dat vlak inhalen.

Bijna tegen het middaguur, op een 60-tal kilometer van Versailles, werd ons verlangen bij toeval ingewilligd. Op een stuk ongeplaveide parking stond een scheefgezakte oude Citroën, type bestelwagen. Het moet een soort halfachtergelaten foodtruck zijn geweest of was dat nog steeds, want een telefoonnummer stond er duidelijk op. De bestelling kon komen…
Fransen zijn op dat vlak onvoorspelbaar: het steekt allemaal niet zo nauw.

We reden er net voorbij of Rien stak de rechtervuist omhoog. Kenners weten dat dit een stop betekent. Als tweede rijder vertraagde ik en stopte uiteindelijk. ‘Zag je die Citroën? Wat een interessante setting om een fotosessie te houden’, benadrukte Rien. Inderdaad, beter kon nauwelijks. Een klein huishoudtrapje stond er wat surreëel bij. Geen idee wat dit daar deed.

Mooi zou het zijn als we beiden onze Vespa’s bij de Citroën zouden plaatsen en poserend erbij zouden staan. Zelfs een beetje stoer kijkend, moet kunnen, haalde Rien aan. Goed, maar geen kat om te vragen of er iemand van ons een foto kon maken. We zochten meteen een doeltreffende oplossing: het kleine trapladdertje, een steen erop, een handschoen als zachte ondergrond zouden het statief vormen. De gsm op 10 seconden-timer zetten en een en ander uitproberen. ‘Wat je zelf doet, doe je meestal beter…’. Na enkele foto’s en wat bijsturingen hadden we prachtopnames.

De volgende dag zond ik een van die foto’s naar het thuisfront en kreeg een bevestiging dat dit een heel mooie foto was. Daarna verdween die hele fotosessie op de achtergrond in de drukte die we dagelijks beleefden.

Op de laatste dag, bij thuiskomst, zou er een verrassing klaarliggen, werd ons telefonisch gemeld. De laatste uren van ons traject Oostende – Limoges en terug fantaseerde ik dat er wel een of ander gebakje thuis op de tafel zou klaarliggen. Met lekkernijen kan het bij mij niet op. Maar wat vond ik op de tafel bij thuiskomst: een vergroting van die bewuste foto. Dat was de verrassing! Nog steeds staat de foto op onze oude radiokast in de living.

Na de fotosessie hadden we twee op te lossen problemen: een tankstation vinden en het middagmaal nuttigen. Het eerste werd een stuk dringender dan het tweede. Rond de 100 km moesten we steeds relatief snel een tankstation vinden. Meestal verliep dat vlot, maar midden op het platteland kan dat soms een probleem opleveren. Steeds reden we verder, maar een dorp…neen, niets te bespeuren. En dan gebeurt het meer dan eens in Frankrijk dat er uit het niets plots een bord langs de weg aangeeft dat er een supermarkt in de buurt is, waar je ook kan tanken. Eigenlijk, een zeer handig systeem. De supermarkt hadden we niet nodig, het tankstation wel.

We zagen de Carrefour blinken met een mooi dorp erbij. We waren in Bazoches-les-Hautes. We vonden er een gezellig dorpsplein met bankjes in de schaduw. Zelfs de zon brandde te fel. We namen voldoende tijd om te eten en trokken na de maaltijd naar het benzinestation. We vulden beiden onze dorstige tanks en waren opgelucht weer zorgeloos verder te kunnen. Pas klaar, of er stopte een Citroën, een ouder type. Een jongeman, een dertiger, draaide wat onwennig om zijn voertuig heen. Hij had ons een beetje geobserveerd en stapte wat aarzelend op ons af. Hij vroeg of we Frans spraken, want hij had ons horen praten.

En toen stak hij van wal. Hij legde uit dat hij geen betaalkaart had en dat hij dringend benzine nodig had. Hij griste 40 euro uit zijn broekzak en toonde dit ter versterking van zijn uitleg aan die twee buitenlanders. Hij stelde voor dat wij het bedrag kregen en dat wij met onze bankkaart zouden tanken. Eigenlijk sprak hij Rien aan, wellicht strategisch. Oudere mensen zoals ik zouden wellicht meteen neen zeggen, dacht hij wellicht. En helemaal ongelijk had hij niet, ik kwam tussen en vond het wat verdacht. De laatste tijd was ik al twee keer slachtoffer van phishing en andere oplichterij. Rien vond mijn reactie fel overdreven en sprong de jonge man ter hulp. Ik hield de benzineteller nauw in het oog en bij 40,01 euro stopte het ding. De man grapte dat hij nog wel één cent had. Wij lachten het weg, uiteraard niet nodig.

Dan vond een verrassend en uiterst interessant gesprek tussen de Fransman en de twee Belgen plaats. Hij vroeg of wij vonden dat het leven in Frankrijk duur was. Wij vonden dat alles doorgaans goedkoper is dan bij ons: een lunch ’s middags voor 16 euro met een dessert inbegrepen, een overnachting op een camping voor 20 euro voor ons beiden. Of zelfs goedkoper. Voor de boodschappen die we deden, betaalden we in Frankrijk misschien wel één vierde of één derde minder. ‘Dan liggen jullie salarissen zeker hoger. Ik verdien 1100 euro per maand’, gaf de man eerlijk toe.

De automatisch koppeling van onze lonen aan de index is een relatief uniek systeem. In heel veel andere landen bestaat dat systeem niet en verhoogt men de lonen veel later of soms na protest. Neen, wij mogen niet klagen.

De man bedankte ons en reed weg. Ik bleef wat verweesd achter. Wat we de avond voordien hadden meegemaakt, toen we vaststelden dat de plaatselijke jeugd creatieve oplossingen moest verzinnen om hun vertier zo goedkoop mogelijk te houden, was dus helemaal niet uitzonderlijk. En nu de man zonder betaalkaart. Er zijn inderdaad gebieden in Frankrijk waar de mensen nauwelijks overschot hebben. Jammer dat ik de man niet heb gevraagd welk werk hij deed. Dan zou ik een referentiekader hebben. Ik fantaseerde achteraf dat hij misschien een werkman aan de Groendienst van de gemeente was. Ik stond hoe dan ook even met de voeten op de grond.

Een onverwachte parel langs de weg
Even tijd maken voor een fotoshoot
De technische opstelling voor de fotoshoot
Het bankje, zowaar in de schaduw
Onze lunch die dag
Een tankbeurt met een staartje
Close
Find Nearby Opslaan locatie markering Routebeschrijving
Navigatie in het hoofdstuk<< Jaap sloeg de spijker op de kop ⎮ De man met het hoedje >>
×