, ,

Reisdag 7: 23 juni 2024

Dit is deel 7 van 14 in hoofdstuk 3. De reisdagen.

… met eind juli 1940 onderweg naar huis als achtergrond

Van Vierzon naar Orléans
Bij onze doortocht door het fiere Orléans, keken wij onze ogen uit en hadden moeite om nog iets van het mooie centrum Place Martoi te herkennen. Duitse vliegtuigen hadden er  hun vernielingswerk met Duitse Grundlichheit verricht. Van het standbeeld van Jeanne ‘d Arc bleef niets anders dan vergruizelde steen over, het grote station was herschapen in een grote puinhoop, het bovendeel van de kathedraal Ste Croix was neergestort, van de diverse stadswijken waar wij in mei zo heerlijk gewandeld hadden bleven slechts bergen puin over. Dergelijke verwoestingen hadden wij tot nog toe nooit gezien en gaf ons een miserabele indruk.
Ongeveer 12 km noordwaarts van Orléans ligt Parijs. Wij volgden de goede richting , maar wij wilden niet tot in het hart van de Franse hoofdstad doordringen. Wij sloegen westwaarts af en reden voorbij het kasteel van Versailles. Met uitzondering van de Duitse schildwachten aan de toegangspoort en verder langs de omheiing, was er geen enkele ziel te bespeuren. Echt zielig.
Van Versailles via Pontoise naar Beauvais

Fragment uit de tekst van Raymond Houwen
Per fiets in 1940

Bart Houwen

Met de Vespa in 2024

Een veelbelovende zondagmorgen, we waren vroeg uit de veren. De kerkklok in de verte sloeg zeven maal. Fluisterend, uit respect voor de vele slapende buren, probeerden we ons in stilte te organiseren. Tegen het tijdstip dat we onze Vespa’s zouden starten – het lawaai daarvan maakt iedereen sowieso wakker – zou het tussen negen en halftien zijn, dus geen probleem. De lichte vochtigheid van de nacht bedwelmde als het ware alle tenten en caravans. Tenten? Neen, alleen wij hadden een tent. De rest waren motorhomes en caravans.

Eerst douchen. Alles in stilte, heerlijk is dat. Het handdoekje drogen is op een Vespareis altijd een relatieve dag-investering. Is het weer goed, dan schuiven we de natte handdoek in een soort netje dat op het voorste bagagerek vastzit. Door de wind onderweg droogt het vochtige ding stelselmatig. Bij de eerste koffiestop parkeer je de Vespa in de zon, als dat lukt. Dan haal je die handdoek uit het netje en je legt die over je stuur om verder te drogen. Na de stop alweer een reorganisatie: de handdoek verder wapperend in de wind laten drogen. Tegen de middag is de klus bij goede weersomstandigheden doorgaans geklaard. Bij slecht weer heeft die hele technische bewerking geen zin. Gewoon halfnat wegbergen en we zien wel. Zorgen voor later.

Die morgen blonk een droogrekje van onze Nederlandse buren in mijn ogen. Dat kon al meteen tijdswinst opleveren tijdens de dag, bij het drogen van die handdoek. We hadden de avond voordien een goed en warm contact met onze buren Truus en Jaap gehad, en ze hadden ons ‘op de koffie’ voor de volgende dag uitgenodigd.

Maar Truus en Jaap sliepen nog. Ik kon het niet vragen. Dus draai ik gewoon de logische volgorde om, zo dacht ik. Ik gebruik het droogrekje en vraag achteraf om toestemming. Het heerlijke, openminded campingleven tolereert zoiets. Toen onze buren wakker waren, biechtte ik meteen mijn voortvarende werkwijze op. Maar het was helemaal geen probleem, benadrukten ze.
Jaap en Truus kenden onze reisintenties. Ik gaf Jaap de tekst van mijn vader, want hij was liefhebber van de Tweede Wereldoorlog. Lees daarvoor het verhaal Jaap sloeg de spijker op de kop.

Bedoeling was die morgen om na een te langzame start wat tijd goed te maken door er wat de pees op te leggen. We moesten richting Orléans en dan afzwenken in noordoostelijk richting, om later die middag het kasteel, eigenlijk de tuinen van Versailles, te bezoeken. Maar ‘the lazy Sunday afternoon’ leverde ons ideeën op. Lees daarvoor  het verhaal ‘Voor 40 euro alstublieft

Nu moesten we toch echt wat vaart maken om de drukke toeristische trekpleister- Het kasteel van Versailles- binnen haalbare tijd te bezoeken. Je zag het zondags toerismeverkeer aanzwellen. Je vroeg je per minuut af waar dat kasteel ergens lag. Het kon niet ver meer zijn, zoveel was duidelijk. Maar na elke bocht had je de indruk dat je er steeds verder van af reed. Plots een reusachtige tuinmuur, die als je er naast reed, maar bleef duren.  Daar ergens moest het toch zijn? En na nog een hele poos rijden, verscheen plots de stadsdrukte en… je stond er met je neus voor. Een imposant bouwwerk om u tegen te zeggen. Het was voor mij niet de eerste keer dat ik er kwam, en telkens opnieuw is het  verbluffend om dit architecturale schouwspel mee te maken. Ook Riens mond viel letterlijk open, het was voor hem de eerste keer.

Ongeveer 12 km noordwaarts van Orléans ligt Parijs. Wij volgden de goede richting , maar wij wilden niet tot in het hart van de Franse hoofdstad doordringen. Wij sloegen westwaarts af en reden voorbij het kasteel van Versailles. Met uitzondering van de Duitse schildwachten aan de toegangspoort en verder langs de omheiing, was er geen enkele ziel te bespeuren. Echt zielig.

Fragment uit de tekst van Raymond Houwen

Per fiets in 1940

Bart Houwen

Met de Vespa in 2024

Het was al aardig warm, je kan je helm en je jas niet zomaar op je Vespa achterlaten. We zochten lockers, wat ideaal zou zijn, maar die waren er niet. Het hele zootje meeslepen dus. We bezochten de imposante tuinen, schitterend qua aanleg, symmetrie ten top. Prachtige waterpartijen, fonteinen en klassieke muziek uit de Barokperiode door de speakers van een reuze box maakten het plaatje volledig. Bekijk daarvoor het filmpje ‘Historische plaatsen‘. Het laatste deel ervan gaat over het kasteel van Versailles.

Ik kreeg het fysiek wat moeilijk, het slenteren putte me uit, een koffietje in het park deed wonderen. We raapten onszelf en onze uitrusting samen en vatten de grote uittocht aan. Dan maakten we het zondagavond-syndroom mee, het weekend dat er stilaan op zit en de mensen die zich snel uit de voeten maken om huiswaarts te keren. Richting Pontoise werd het verkeer steeds gekker. We wilden de drukke nationale weg D27 zo snel mogelijk verlaten. Nog even tanken in Pontoise, echt geen gezellige plek, veel zondagavondklanten die nog snel een hap kwamen eten of inkopen deden in de winkel van het tankstation.

We reden richting Beauvais, maar zo ver zouden we niet geraken. Na een tijd werd het gelukkig wat rustiger, maar we moesten nog een camping vinden. Rien zocht en vond de tweesterrencamping ‘Les Trois Sources’ in l’ Isle Adam. Die camping was een voltreffer met een fenomenale ontvangst van de campingbaas. Lees daarover in de tekst over de man met het hoedje.

Jaap leest met interesse het verhaal van vader
Op die koffie bij onze buren
Beelden onderweg in de omgeving van Bazoches-les-Hautes
Een fotolocatie bij toeval onderweg
Wat een impressie
Het Kasteel van Versailles
De tuinen
De achterzijde
De waterpartijen
Zondags wandelen
Klaar voor de hectische uittocht
Even kijken waar we een camping vinden
De campingbaas met zijn uitzonderlijk voorstel
Close
Find Nearby Opslaan locatie markering Routebeschrijving
Navigatie in het hoofdstuk<< Reisdag 6: 22 juni 2024   ⎮ Reisdag 8: 24 juni 2024 >>
×