Deze reis betekende heel veel op heel veel vlakken

De nabeschouwing van Bart

Dit is deel 3 van 4 in hoofdstuk 5. Nabeschouwing.

Als kind stond mijn mond open om geschiedenis in te ademen.  Mijn bejaarde  grootmoeder Madeleine en grootoom Paul, beiden langs moederskant,  brachten elke drie weken op zondag de hele  dag bij ons door. Na het dessert, misschien als therapie om zich niet aan een middagdutje te laten vangen, vertelden ze beurtelings oorlogsverhalen.  Ik zat erbij te luisteren, me in te leven.  Ik moest geen moeite doen. Elke keer opnieuw keken ze me na een tijdje aan en wezen ze me erop dat het ‘Niet over die oorlog ging, maar over de andere oorlog’. Ze vonden me te jong en dachten dat ik bij hun gesprekken de verkeerde oorlog voor ogen had. Die het dichts bij mijn geboortejaar.

Maar telkens opnieuw moest ik bevestigen: ‘Neen, ik weet dat het, de Eerste Wereldoorlog, bomma’. Nonkel Paul was toen de enige overgebleven veteraan van de Grote Oorlog in de familie. Ik smulde van hun verhalen.

Mijn vader nam zijn kinderen én mijn moeder in de jaren ’60 mee naar landen of streken waar mijn vriendjes uit de klas nooit waren geweest. Of zeker had ik steden en musea bezocht die mijn klasgenoten niet kenden. Heel vaak maakte  geschiedenis de grote ondertoon uit. Toen de meester over de rotstekeningen uit de prehistorie vertelde, stak ik mijn hand op en zei dat ik die in Altamira, in Noord-Spanje, had gezien. Of het tentje van Amundsen, de ontdekker van de zuidpool, in dat mooie museum in Oslo. Meester, ik heb zijn tentje gezien, wit van kleur…

Ook al had ik in het middelbaar niet de beste leraars geschiedenis, ik volgde de lessen vol belangstelling, deed het graag,  ik had er relatief goede punten voor.

Toen viel een en ander wat stil. Tijdens de reizen met het gezin deinde dat geschiedenisgevoel weer op, zoals golven van de zee: op en neer.

En later, dankzij de Vespaclub Oostende, wakkerde de belangstelling voor de twee Wereldoorlogen weer op. Elk jaar organiseren we een oorlogsrit. Een begeesterd medelid en vriend, Patrick,  liet de vonk overslaan en mijn belangstelling schoot als een pijl omhoog. Ik studeerde op bepaalde onderwerpen om die in samenspraak met Patrick voor onze club te brengen, en zelf af en toe geanimeerd  te gidsen. Steeds weer over die oorlogen. Ze laten me blijkbaar niet los. De laatste twee jaar stortte ik me op het Ardennen Offensief voor onze Bende van Bart. Het interessante van dit alles is dat ik er steeds meer van begrijp. Tijdstippen en periodes haal ik niet meer door elkaar. Ik zie veel meer dan de grote lijnen.

Toen kwam plots het legendarische verhaal van mijn vader, van wat ik altijd had gezien als de vlucht naar Frankrijk.  Bij het lezen ervan kreeg ik een veel breder beeld. Interessant, maar de tekst lag in een lade gewoon niets te doen.

Rien slaagde erin de tekst voor mij opnieuw tot leven te brengen.  Hij gaf het startschot om samen die reis te ondernemen en sindsdien liet het me niet meer los. Ik zie steeds meer verbanden, merk dat er meer en meer mensen me contacteren, van wie de voorouders ongeveer hetzelfde hebben meegemaakt.

Tot hier de rationele kant van het verhaal. 

Nog steeds deels raakpunten met dat rationele, maar ook al flink in het emotionele is wat wij, in meer bescheiden vorm dan zij, aan den lijve hebben ondervonden door het traject van 1940 over te doen. Heel vaak hebben we letterlijk ervaren wat een krachttoer het destijds was, en welke angst die jongelui hebben doorstaan.  De plaatsen die wij hebben bezocht, de mensen die ons hun getuigenissen gaven… het sprak allemaal boekdelen.

Bij Rien zag ik, bij wijze van spreken, per kilometer die betrokkenheid op het verhaal van zijn opa groeien. Eigenlijk bij mij ook, maar mijn start was anders dan die  van Rien. We zijn fier dat wij (voorlopig) de enige tastbare getuigen van dit verhaal zijn.

Ook dat eerbetoon aan pa was een mooi groeiend en warm proces. Ook vaak aan nonkel André gedacht met hetzelfde  gevoel. En aan hun vrienden, van wie ik er enkele indirect kende en… nu via het verhaal nog veel meer. Vader vertelde af en toe over hen.

Bij de volgende stap zat ik tot over de oren in het emotionele luik: de wisselwerking tussen vader en zoon. Het Vespa-idee, met Rien die voor het eerst meerdaags met zijn Vespa zou rijden, moest groeien.  Ik geloofde eerst niet ten gronde dat hij het meende. En opeens ging alles verbazend snel vooruit en was ik nog nauwelijks te stoppen, zelfs tot op vandaag.

Maar dat vergeten gevoel om voor je kind te zorgen, opnieuw te zorgen, op een heel andere manier, was héél bijzonder. Hoe mooi was dat! Dat kleurde alles zo heerlijk warm.

Rien was de eerste van ons twee die zijn nabeschouwing schreef.  Hij zond  zijn nota’s naar me door. Ze ontroerden me diep. Ik las enkele dingen die ondertussen tot mijn onderbewuste behoorden. Maar ook zaken waarvan ik niet wist dat ze voor hem belangrijk waren. Ik leerde alweer bij. Is dat niet mooi?

Tijdens deze reis werd ik voortdurend heen en weer gegooid tussen de historische feiten en het heerlijke hier-en-nu-gevoel van vader en zoon, kinderlijk op reis met hun Vespa.  Gewoon prachtig!

En wat een ultieme nabeschouwing is: door deze reis en de verwerking ervan, dwaal ik dagelijks rond in mijn warme kindertijd. Ook dat is zo heerlijk…

Op reis in de jaren ’60, Europa veroverend
Met Vespavrienden in de Alpen
Vespa Club Oostende organiseert de Vista Sul Mare, altijd spek voor mijn bek
Hoed af voor het verleden
Uitleg over WO I
Het Ardennen Offensief met gids Marcel
De meester uit 1967 nagespeeld voor de Vespaclub
Navigatie in het hoofdstuk<< De nabeschouwing van Rien ⎮ Spinvis >>
×