Het ouderlijk huis, het huis in wit en rood met het balkon, op de Filip Van Maestrichtplein in Oostende

Dagen van oorlogsdreiging in 0ostende vóór 10 mei 1940

Dit is deel 1 van 3 in hoofdstuk 2. De oorlogsdagen.

Toen ik voor de eerste keer de tekst van mijn vader onder ogen kreeg, viel het mij meteen op dat hij het bij de eerste bladzijden niet over het onderwerp zelf had. Het ging dus niet over het vertrek van 14 studenten naar Frankrijk om er zich bij een rekruteringscentrum van het Belgische leger te melden. Toch niet meteen.

Vader, die wist hoe je een tekst moest aanpakken, kaderde het. Hij begon structureel bij… het begin. Hij beschreef na een korte intro hoe hij de allereerste oorlogsdag als 18-jarige had beleefd. Hij vervolgde consequent, nagenoeg dag per dag. Hij stelde het gezin waaruit hij kwam én de omgeving waarin dat gezin leefde centraal. Zo beschreef hij concreet wat er in Oostende gebeurde bij de aanvang van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk een uniek historisch document.

Maar hij ging nog een stap verder. Opdat de lezer een nog beter beeld van die periode zou hebben, breidde hij zijn nota ’s met een heuse inleiding uit. Hij ging zeer gestructureerd te werk.

Wat zo verbijsterend is: hij deed dat zoveel jaren later en kon dag per dag letterlijk beschrijven wat er toen gebeurd was. Neen, voor hem bestond Wikipedia niet. Dit op zich is fenomenaal. Hij groef in zijn geheugen, bleef graven, zo diep dat er zelfs letterlijk woorden en beelden van toen tot leven kwamen. Zoveel jaren later…

Als hedendaagse lezer vanuit een heel ander tijdskader en met heel ander perspectief, bedenk je dat dit misschien te maken zou kunnen hebben met het feit dat hij die vreselijke en angstige periode niet echt had verwerkt. Misschien kwam de verwerking door zijn typmachine te gebruiken. Wie weet…

De beschrijving is historisch bijzonder interessant. Het is bovendien correct. Als je lectuur over dit onderwerp op naslaat, kan je vader niet op fouten betrappen. Ook de beschrijving van de lokale geschiedenis van Oostende klopt als een bus.

Hieronder gaat het over wat aan die eerste oorlogsdagen vooraf gaat. U herkent de originele fragmenten van mijn vader. Aan de tekst werd geen letter gewijzigd. Er zijn enkel voetnoten toegevoegd om de lezer wat omkadering te geven.

Herinneringen aan het eerste oorlogsjaar 1940
 
Deel 1: inleiding
De eerste oorlogsmaanden van 1940 zijn ongetwijfeld een onvergetelijke periode geweest voor vele landgenoten die destijds betrokken waren bij die vreselijke tijdspanne. Ik had op vrijdag 10 mei 1940, datum van de Duitse inval in ons land, reeds de kaap van 18 jaar overschreden, zat in de 3de klas1 van de Normaalschool2 te Torhout, en hoopte het volgende jaar mijn onderwijzersakte te behalen, wat trouwens is gebeurd.
Het schooljaar 1939 –1940 boorde met horten en stoten doorheen een lange en barre winter. Tijdens de wintermaanden vroor het dat het kraakte en op de dichtgevroren vijvers van het Maria Hendrikapark werd lustig geschaatst. Toen de lieve mei aanbrak piepten de bloempjes in het gras. Ze staken hun kelkjes verwonderd op toen lange slierten van studenten van het Onze-Lieve-Vrouwecollege (waarvan ik tevens oud-leerling ben en waar ik ook veel vrienden tel) traditioneel naar het kapelletje van Bredene opstapten, biddend op vrede. Het geprevel van de jongens werd evenwel overstemd door het gierende gefluit van Belgische legervliegtuigen die lustig oefenden boven de zee en de duinen.  Ons vaderland scheen in veilige handen… tot in de vroege morgen van 10 mei.

Naar dagelijkse gewoonte was de kapel van het Oostendse O.-L.-Vrouwecollege die morgen tegen 7 uur stipt helemaal volgelopen. Hoogst abnormaal was het toen principaal3 René Butaye4 plots met zenuwachtige stap naar voren trad. Met een trillende stem kondigde hij aan dat het oorlogsmonster had toegeslagen: de Duitsers waren België binnengevallen en het college sloot voor onbepaalde tijd zijn poorten.  Vooral de internen maar ook de externen waren evenwel het juichen nabij omwille van die onverwachte vakantie en het vervroegd naar-huis-toe mogen. Op hun gelaat lag een bijna blijde spanning, wat fel in tegenstelling was met het uitgestreken gezicht van de principaal. In de Torhoutse Normaalschool kwam directeur Jozef Ghesquière de normalisten om 8 uur tijdens de morgenstudie melding brengen van de Duitse inval.

Er was werk op de plank. Ik vulde dadelijk mijn grote valies met mijn boeken en kleren en nam in het station van Torhout de boemeltrein naar Oostende. Even voor de middag belandde ik thuis5 en keek in de kommervolle ogen van mijn moeder.

Pas was ik thuis of vader, die radio-telegrafist was op de mailboten, arriveerde thuis vanuit Dover met ander belangrijk nieuws: ‘In Engeland is zopas de regering Chamberlain6 gevallen’. Er is dadelijk een nieuwe regering gevormd met de energieke Winston Churchill als premier. Er zal nu vlug een einde komen aan de schemeroorlog (drôle de guerre) aangevangen begin september 1939,7 want nu wordt het serieus.’ Profetische woorden!

Fragment uit de tekst van Raymond Houwen

Mijmeringen

Ik blijf worstelen met wat deze generatie psychologisch heeft doorstaan. Het is zo treffend dat mijn vader maar met mondjesmaat over die vreselijke ervaringen gedurende de oorlog vertelde. Pas toen hij een beetje positief werd gedwongen, kwam het op papier. En dan nog omzeilde hij traumatische ervaringen. Hij beschreef er slechts twee. Bij navraag bij de kinderen van zijn medestudenten die de bewuste tocht meemaakten, vertelden allen, zonder één uitzondering, dat ook zij daar nagenoeg weinig tot niets over hadden horen vertellen. Er is zelfs een medevluchter die er tegen zijn kinderen met geen woord over repte. Zijn kinderen stonden met verstomming geslagen, als ik hen vertelde dat ook hun vader mee was naar Limoges. Ze wisten er niets over…

Wat wij vandaag over het verwerken van traumatische gebeurtenissen weten, doet bijna pijn om te beseffen dat die generatie het maar zelf moest uitzoeken. Dit blijft voor mij heel moeilijk. Bergen gemiste kansen…

Ik sprak daar onlangs met iemand over die ervaring heeft in deze materie. Geen psycholoog, maar een ervaringsdeskundige. Ik geef haar een fictieve naam ‘Ann’.  Ann begreep meteen wat ik bedoelde, zeker deze generatie waar het niet gebruikelijk was om over je diepste gevoelens te praten.
Ze benadrukte iets waaraan ik niet meteen had gedacht. ‘Ze hebben het samen meegemaakt, dat op zich is qua verwerking belangrijk. Het is een wereld van verschil als iemand dit in alle eenzaamheid doorstaat’, zo vertelde Ann me. Ik denk dat ze zeker een punt heeft.

Het voormalige station in Moere
Daaronder reed destijds de trein van Torhout naar Oostende, ook op 10 mei 1940
Het Onze-Lieve-Vrouwecollege op vandaag
Zicht op de speelplaats vandaag en toen, nauwelijks gewijzigd
Het Kapelletje van Bredene
Het Maria Hendrikapark, het bosje in de volksmond, vandaag
De voormalige Normaalsschool, huidige lerarenopleiding en secundaire school.
De oude gangen die destijds leidden naar de slaapzalen
De geest van toen hangt hier nog
De oude kapel waar vader hoorde dat de oorlog was uitgebroken, nu in verbouwing voor herbestemming
Close
Find Nearby Opslaan locatie markering Routebeschrijving
Navigatie in het hoofdstuk ⎮ De eerste oorlogsweek >>

Voetnoten

  1. De toenmalige lerarenopleiding voor het basisonderwijs was een combinatie tussen de laatste jaren van het secundair onderwijs én de lerarenopleiding. Die bestond uit vier toenmalige schooljaren
  2. De oude benaming van de lerarenopleiding
  3. Het oude woord voor directeur, bekend van in het Engels, ‘principal’
  4. Hij werd later deken van Oostende en van Poperinge. Geboren te Stavele op 10 augustus 1895 en gestorven te Oostende op 5 november 1977. Hij was de 12de directeur van het Onze-Lieve-Vrouwecollege.
  5. Van Maestrichtplein  5
  6. Hij werd verweten Hitler te veel te hebben geloofd, met name dat er geen oorlog zou komen. Het ondertekende papiertje waarmee hij fier had gezwaaid, omdat hij de crisis had bezworen, bleek waardeloos. Het heeft hem politiek zijn kop gekost. 
  7. Het gaat om de inval van de Duitsers in Polen
×