Bijna vertrokken

Dit is deel 3 van 6 in hoofdstuk 1. De voorbereiding.

In de dagen voor het vertrek worstelde ik nog met twee vraagstukken: eentje met een plan b en eentje dat moeilijker lag.

Tijdens mijn modale Vespareizen regelen mijn vrienden veel praktische zaken. Ik doe de rest. Zo hebben we twee gps-rijders onder ons gezelschap: de voorrijder en hij die de bende veilig afsluit. Bende? Een begrip dat taalkundig moeilijk in mijn (eigen) mond ligt. Mijn vrienden bedachten een naam voor ons gezelschap: BVB (De Bende van Bart). Ik ben de bedenker van het idee om samen met de Vespa op reis te gaan en regel alles qua inhoud:  wat onze bestemming wordt, ik zorg voor de contacten vooraf en tijdens de reis, ik regel alles met de autochtone bevolking, pak problemen aan. Eenvoudig gezegd ben ik de reisorganisator en de reisleider. Als ik dan over de BVB praat, dan komt mijn eigen naam daarin voor. Altijd raar.

Inderdaad, die gps. Onze voorrijder tijdens de BVB heeft een moderne Vespa met een eenvoudige gps-aansluiting. De gps vertelt je over je traject en beeldt de weg letterlijk af. Het gaat om ingeladen routes in een eigen informaticasysteem. Theoretisch kan je moeilijk verkeerd rijden. Ik heb een Vespa, gebouwd in 1959, er zit zelfs geen batterij in, dus onmogelijk een gps aan te sluiten. En u bedenkt: geen batterij, hoe branden je voor- en achterlichten dan, hoe knipperen je richtingsaanwijzers? Hoe werkt dan het licht? Een mechanisch wonder, want mijn licht brandt doordat de motor draait. Geen batterij nodig. En de richtingaanwijzers: die heb ik niet, in 1959 was dat niet voorzien. Ik strek mijn arm uit naar links of naar rechts als ik moet afslaan.

Rien heeft een Vespa van de jaren ’80. Ook geen gps-mogelijkheden. Een probleem: want zoals we het vroeger deden, vóór het gps-tijdperk, een wegenkaart met tape op het stuur plakken is echt niet ideaal. Om de 30 km opnieuw plakken, want je moet de kaart herschikken, bij regenweer een pure miserie, u kunt het zich best voorstellen.

Ik kreeg een inval en zou mijn smartphone via Google Maps gebruiken om de voorbereide route van Rien te kunnen volgen, zij het uitsluitend auditief. Want er is geen bevestigingssysteem en bovendien:  wat doe je als het regent? De zaktelefoon zou letterlijk in mijn jaszak blijven, enkel verbonden met oortjes. Ik zou het eens uitproberen door naar Riens huis te rijden. De route puur auditief volgen, moet lukken, dacht ik.

Eén keer met Google en één keer met Waze uitgeprobeerd tussen Leffinge en Oostende. Je hoorde waar je heen moest en al snel wist je heel concreet hoeveel  250 meter of 100 in wekelijkheid is. Google deed het beter dan Waze. Bovendien een leuke Vlaamse stem, duidelijk te verstaan met een ronkende motor. Probleem één opgelost. Hoewel…

We hadden al snel besloten dat Rien de voorrijder zou worden voorzien van Google met oortjes. Alles lukte redelijk goed. Enkel het datagebruik zakte zienderogen. Mijn telefoon na dat alarmsignaal aan Rien gegeven, ondertussen het thuisfront verwittigd dat mijn provider mijn data moest opvoeren. De vrienden van Telenet zorgden tot mijn verwondering daar meteen voor en direct gebruiksklaar, à la minuut. Knap, zeg!

Enkele dagen voor ons vertrek schrok ik als uit een diepe slaap. Plots dacht ik dat de regelgeving voor 125 cc-rijders van de jonge generatie anders verloopt dan voor de mijn generatie. Ik twijfelde even. Klopt dat nu? Rien heeft een Vespa 125 cc en ik één van 200 cc.

Ik vermoedde sterk dat hij eigenlijk niet op Franse wegen mocht rijden. Hoe dan ook, ik moest dat slechte nieuws aan Rien brengen. Voor een goed begrip: als je een autorijbewijs hebt, mag je met een motor of Vespa tot 125 cc in ons land rijden, zonder dat je een motorrijbewijs moet hebben. Bij de oude generatie, die steeds geluk heeft, is dat anders: ik heb boven de 125 cc geen motorrijbewijs nodig. Mijn rijbewijs voor de auto volstaat. Voor Rien ligt dat anders én in Frankrijk telt dat niet.

Maar ik kon toch niet de hele idee van de reis naar de bliksem helpen? Zeker op enkele dagen voor het vertrek, toen ik me dat realiseerde. Ik zou het Rien vertellen, aan de grens met Frankrijk. In Watou versnelde ik, ik reed altijd als tweede, reed plots op dezelfde hoogte als Rien, stak mijn rechtervuist omhoog. Kenners weten dat dit het universele teken is om te stoppen. Net voor de grens begon ik er aan. Ik legde uit dat Rien wellicht illegaal in Frankrijk zou rondrijden. ‘Dat zeg je nu’, zei hij de wenkbrauwen fronsend. Ik heb nochtans mijn verzekeraar vooraf aangesproken, beklemtoonde Rien. Inderdaad, ik benadrukte dat hij een reisbijstandsverzekering moest hebben of in zijn geval moest uitbreiden naar zijn Vespa toe. Wellicht had de verzekeraar op deze (ingewikkelde) regelgeving niet echt gelet.

We konden die mooie reis die in het verschiet lag daardoor toch niet laten liggen. Ik stelde voor om een berekend risico te nemen. De Franse gendarmes houden je graag tegen als je bij een stopteken niet hebt stilgestaan. En stilstaan betekent met de Vespa één voet verplicht aan de grond zetten en je Vespa moet stilstaan, geen millimeter verder voortbewegen. Tot scha en schande had ik in het verleden tot twee keer toe een gênante scène meegemaakt: één keer een boete van 90 euro en één keer een zware verwittiging. ‘Un stop, c’est un stop, chez nous…’, dreigde de agent toen.  Als je een stop negeert, gaan er vier punten op de twaalf onverbiddelijk af volgens het puntensysteem in Frankrijk.

Verder ons 100% aan de opgegeven snelheden houden, was het devies. Ik heb door de jaren heen een natuurlijk gevoel opgebouwd om te weten aan welke snelheid ik met mijn Vespa rijd. Mijn kilometerteller balanceert voortdurend als een gek tussen 30 km en 100km. Die is al jaren stuk. Maar Rien heeft een goedwerkende kilometerteller. Geloof het of niet, na enkele dagen gaf die ook de geest. We moesten het puur op aanvoelen doen. En het lukte wonderwel: geen boetes opgelopen.

Maar in Watou kon Rien met mijn klein aandachtspuntje niet echt lachen. Maar dat duurde gelukkig niet lang. Dat berekend risico namen we dan maar.

Bij thuiskomst, mede doordat Rien niet veel overschot had met een 125cc op de Franse heuvels, besliste hij om zijn motorrijbewijs te halen. Dan kan hij in vrede in Frankrijk met zijn Vespa rondrijden. Ondertussen is hij voor de theorie geslaagd. Hij heeft nu 3 jaar de tijd om het praktische gedeelte af te leggen.

Go, go, go, Rien, man!

De Bende van Bart op de Col de l’ Iséran
Carlos, de voorrijder bij de Bende van Bart op de Col de la Bonette
Watou, de bewuste plaats waar uitleg volgde over Vesparijden in Frankrijk…
Close
Find Nearby Opslaan locatie markering Routebeschrijving
Navigatie in het hoofdstuk<< Op zoek naar de hoeve Butaye ⎮ Milford Haven >>
×